Podcast

Wat doe je als een werkvorm niet werkt?

Je hebt een werkvorm bedacht, je begint vol vertrouwen… en dan? Het kind haakt af. Het lijkt totaal niet aan te slaan. Wat nu?!

Dit is een vraag die ik vaak krijg in mijn webinars en trainingen: “Wat als mijn werkvorm niet werkt?”

Een simpel antwoord zou zijn:

 

Dan doe je gewoon iets anders.”

 

Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Want hoe bepaal je of het écht niet werkt? En wat doe je dan?

Laten we daar samen induiken.

 

Luister hier meteen mijn podcast over dit onderwerp👇

Wat doe je als een werkvorm niet werkt?

met Jette Peuscher

Stap 1: Stoppen of doorgaan?

Als een werkvorm niet werkt, is de eerste vraag die je jezelf moet stellen: Wat bedoel ik met ‘niet werken’?

Mogelijke oorzaken:

1️⃣ De werkvorm sluit niet aan bij het kind – Je bent de verkeerde kant op gegaan en het kind kan er niks mee.
2️⃣ Het kind haakt af vanwege een overlevingsstrategie – Het kind probeert te vermijden wat het juist nodig heeft.
3️⃣ Het is jouw eigen tegenoverdracht – Het voelt niet goed voor jou, maar misschien werkt het voor het kind juist wél.
4️⃣ Je hebt een observatiefout gemaakt – Je hebt ingeschat dat het kind hier klaar voor was, maar dat blijkt niet zo te zijn.

Check dus eerst: Waar ligt het probleem?

Stap 2: Hoe pas je een werkvorm aan?

Als je eenmaal weet waarom iets niet werkt, kun je drie dingen doen:

🔹 1. De werkvorm aanpassen
Soms hoeft de werkvorm zelf niet weg, maar moet je iets veranderen. Denk aan:

  • De regels versoepelen of juist strikter maken.
  • De opzet wat speelser of actiever maken.
  • Het materiaal of de omgeving aanpassen.

🔹 2. Een andere werkvorm kiezen
Is de werkvorm totaal niet passend? Kies dan een andere die hetzelfde werkdoel ondersteunt.

🔹 3. Het werkdoel herzien
Soms ontdek je dat je te snel gaat. Het kind is er simpelweg nog niet aan toe. Dan moet je een stapje terugdoen en eerst een ander werkdoel pakken.

Voorbeeld:
Je wil dat een kind leert nee zeggen. Maar in de sessie merk je dat het kind nog niet eens kan voelen wanneer het ‘nee’ wil zeggen. Dan moet je dus eerst dáár aan werken.

Stap 3: Bereid je voor met plan B, C en D

In mijn beginjaren als therapeut had ik altijd een back-up. Ik bedacht vooraf meerdere scenario’s:

Wat als het kind afhaakt? Wat als het de perfecte antwoorden geeft? Wat als het juist enorm weerstand toont?

Voor elk scenario had ik interventies klaarliggen. Dat hielp me enorm om flexibel te blijven.

🔹 Voorbereidingstip:
Maak vooraf een lijstje:

  • Als het kind dit doet… dan pas ik dit aan.
  • Als het kind dat doet… dan schakel ik over naar een andere aanpak.

Zo leer je flexibel schakelen zonder dat je in paniek raakt als iets niet werkt.

Wil jij leren hoe je moeiteloos schakelt in je sessies?

Veel therapeuten worstelen met werkvormen die niet uitpakken zoals ze hoopten.

Wil jij leren:
✔️ Hoe je direct ziet waarom iets niet werkt?
✔️ Hoe je zonder stress kunt bijsturen?
✔️ Hoe je altijd een passende werkvorm kiest?

Dan is mijn 2-daagse training ‘Jeugdzorg op Maat’ echt iets voor jou!

✔️ Je leert hoe je altijd passende werkvormen inzet.
✔️ Je ontdekt hoe je trajecten effectiever en korter maakt.
✔️ Je krijgt een duidelijk framework waarmee je vol vertrouwen werkt.

Meld je hier aan voor de 2-daagse training!

Delen
Gepubliceerd door:
jette peuscher